Samengevat
De oorlog in Oekraïne heeft geleid tot een nieuwe crisis in de toeleveringsketen, net toen de pandemiegerelateerde verstoringen begonnen af te nemen.
- Europa is voor zijn energie-import afhankelijk van Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland, maar ook voor sommige chemicaliën, oliezaden, ijzer en staal, meststoffen, hout, palladium en nikkel, onder andere.
- Vooral de energieafhankelijkheid is een kwetsbaarheid, nu Rusland roebelbetalingen eist voor zijn export. Het is onwaarschijnlijk dat Europa op korte termijn Russisch gas volledig kan vervangen, terwijl de meeste Russische olie en vaste fossiele brandstoffen wel kunnen worden vervangen.
- Naast energiegoederen, de verstoorde aanvoer van ruwijzer en verschillende andere ijzer- en staalproducten, zullen nikkel en palladium waarschijnlijk de grootste impact hebben op de EU-industrie.
- De toeleveringsketens van de EU kunnen ook worden verstoord door oorlogsgerelateerde productieonderbrekingen in derde landen. De EU zou voor uitdagingen kunnen komen te staan bij het importeren van bijvoorbeeld elektronische schakelingen uit derde landen, aangezien hiervoor inputs nodig zijn zoals nikkel en neongas uit het oorlogsgebied.
- Duitsland en Italië zijn relatief kwetsbaar voor de crisis vanwege hun relatief grote industriële sectoren, sterke afhankelijkheid van Russische energie en, in het geval van Italië, sterk afhankelijk van Rusland en Oekraïne voor bepaalde invoer van ijzer en staal en gas in zijn totale energiemix
Zullen we ooit op adem komen?
Net toen de problemen in de toeleveringsketen, veroorzaakt door de pandemie, begonnen af te nemen (figuur 1), diende zich de volgende crisis aan. De oorlog in Oekraïne maakt duidelijk dat grote delen van de wereld voor basisbehoeften als voedsel, energie en andere goederen afhankelijk zijn van Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland.
De handel met Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne (in de rest van dit stuk het oorlogsgebied genoemd) is bijna stilgevallen door een breed scala aan sancties, zelfsanctie (voornamelijk door westerse bedrijven) en sterk verstoorde productie en transport in Oekraïne. Hoewel het totale aandeel in de wereldhandel voor die landen beperkt is, kunnen handelsverstoringen grote gevolgen hebben voor zowel specifieke bedrijven en bedrijfstakken als voor hele economieën. Verstoringen (zowel actueel als gevreesd) van de invoer uit het oorlogsgebied zullen de EU meer schaden dan minder uitvoer naar het oorlogsgebied. Niet alleen omdat het oorlogsgebied een groter aandeel heeft in de invoer van de EU dan de uitvoer (Figuur 2), maar vooral omdat minder invoer van grondstoffen en tussenproducten een domino-effect kan hebben op meerdere productieprocessen in de EU.
In Deel I van deze onderzoeksnota zoomen we in op de directe en indirecte afhankelijkheid van de EU van non-food commodities en geïmporteerde goederen uit het oorlogsgebied. We zullen beoordelen welke subsectoren van de industrie in de EU het meest kwetsbaar zijn voor de door de oorlog veroorzaakte verstoringen. In Part II we vergelijken de kwetsbaarheid van de grootste landen van de eurozone.
De heropleving van verstoringen in de toeleveringsketen
Naast olie en gas zijn Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne producenten van een aantal belangrijke grondstoffen die worden gebruikt in alledaagse artikelen of bij de productie daarvan, zoals ruwijzer, palladium en neon. Naast grondstoffen zijn bepaalde industrieën ook voor halffabricaten afhankelijk van deze landen. Een treffend voorbeeld is de afhankelijkheid van verschillende Duitse autofabrieken van bepaalde in Oekraïne geproduceerde auto-onderdelen. Dit heeft al geleid tot de sluiting van verschillende Duitse autofabrieken.
We kunnen de effecten op supply chains opsplitsen in eerste orde en tweede orde effecten. Eerste orde effecten worden veroorzaakt door een vermindering van de directe handel tussen het oorlogsgebied en de Europese Unie. Er zijn twee soorten tweede orde effecten. De eerste is minder handel tussen het oorlogsgebied en derde landen, wat resulteert in minder aanvoer van producten naar de EU vanuit die derde landen. De tweede is minder productie van intermediaire goederen in de EU als gevolg van hogere energieprijzen -of zelfs tekorten- als gevolg van de oorlog, en bijgevolg minder productie van downstream-goederen waarvoor deze tussenproducten als input dienen (figuur 3).
Het is niet genoeg dat Klaus Schwab en zijn type verlangen dat mensen verhongeren, dakloos zijn en in armoede leven. Er wordt van ons verwacht dat we onze menselijkheid en verlossing verspelen door transhuman te worden, en ook een goede gezondheid inleveren.