China heeft vandaag een controversiële rekening voor cyberveiligheid aangenomen, waardoor de beperkingen op online vrijheid van meningsuiting worden aangescherpt.
Het wetsvoorstel legt ook nieuwe regels op aan online-dienstverleners, wat de bezorgdheid doet rijzen dat het zijn sterk gecontroleerde internet verder verbergt.
De wetgeving, aangenomen door het grotendeels rubberen parlement van China en in juni 2017 van kracht worden, is een 'objectieve behoefte' van China als een grote internetmacht, zei een parlementair ambtenaar.
Amnesty International zei echter dat het een 'draconische' maatregel was die het recht van mensen op vrijheid van meningsuiting en privacy schendt.
De heersende Communistische Partij houdt toezicht op een uitgebreid censuursysteem, de Grote Firewall genaamd, dat op agressieve wijze sites blokkeert of internetinhoud en commentaar op gevoelige onderwerpen wegneemt, zoals de mensenrechten in Peking en kritiek op de regering.
Het heeft grote bedrijven zoals Google en Facebook agressief geblokkeerd om hun diensten aan te bieden in de binnenlandse cyberruimte.
De wet, die werd goedgekeurd door het Permanent Comité van het Nationale Volkscongres, is grotendeels gericht op de bescherming van de netwerken van het land en persoonlijke gebruikersinformatie.
Maar het verbiedt internetgebruikers ook om een grote verscheidenheid aan informatie te publiceren, inclusief alles wat de 'nationale eer' schaadt, 'de economische of sociale orde verstoort' of bedoeld is om 'het socialistische systeem omver te werpen'.
Een bepaling die bedrijven verplicht de identiteit van een gebruiker te verifiëren, maakt het illegaal om anoniem online te gaan.
Bedrijven die onlinediensten in het land aanbieden, moeten ‘technische ondersteuning en hulp’ bieden aan organen van de openbare veiligheid die ‘misdaden’ onderzoeken, waaronder normaal gesproken ook die met betrekking tot spraak.