Moderne steden boordevol objecten die gegevens ontvangen, verzamelen en verzenden. Dit omvat mobiele telefoons, maar ook objecten die daadwerkelijk in onze steden zijn ingebed, zoals verkeerslichten en luchtvervuilingsstations. Zelfs iets eenvoudigs als een vuilnisbak kan nu worden aangesloten op de internet, wat betekent dat het deel uitmaakt van wat het internet der dingen (IoT) wordt genoemd. Een slimme stad verzamelt de gegevens van deze digitale objecten en gebruikt deze om nieuwe producten en diensten te maken die steden leefbaarder maken.
Hoewel ze een enorm potentieel hebben om het leven beter te maken, roept de mogelijkheid van steeds slimmere steden ook ernstige privacyproblemen op. Via sensoren ingebed in onze steden en de smartphones in onze zakken, kunnen slimme steden constant identificeren waar mensen zijn, wie ze ontmoeten en misschien zelfs wat ze doen.
Na onthullingen dat 87 miljoen Facebook-gegevens van mensen zouden zijn geschonden en gebruikt om het stemgedrag te beïnvloeden, is het steeds belangrijker om goed te onderzoeken waar onze gegevens naartoe gaan en hoe deze worden gebruikt. Omdat steeds meer kritieke infrastructuur het slachtoffer wordt van cyberaanvallen, moeten we er ook rekening mee houden dat onze steden niet alleen slimmer worden, maar ook kwetsbaarder voor cyberaanvallen.
Slimmere steden
Over de hele wereld worden steden in snel tempo slimmer. Steden zo verschillend als Singapore, London en San Francisco gebruik technologieën zoals urban sensing (die vastlegt hoe mensen met elkaar en hun omgeving omgaan), geotracking (die de beweging van mensen registreert) en real-time analyse (die de enorme hoeveelheid verzamelde gegevens verwerkt). Slimme steden gebruiken deze technologieën om de energie- en watervoorziening beter te beheren, vervuiling en files te verminderen, routes voor het verzamelen van afval te optimaliseren of mensen te helpen hun auto te parkeren. Een goed voorbeeld is het project Array of Things in Chicago.
Slimme stadsinitiatieven hebben niet alleen het potentieel om het leven leefbaarder te maken, ze kunnen ons ook helpen de wereld beter te maken. In 2013 introduceerde de Griekse academische Vassilis Kostakos interactieve LCD-schermen, die mensen aanmoedigden te wachten bij een bushalte om met malaria geïnfecteerde bloedcellen te helpen identificeren.
Big data en privacy
In de afgelopen maanden, na de Cambridge Analytica en Facebookonthullingen, bezorgdheid over hoe bedrijven geaccumuleerde gegevens gebruiken, is exponentieel gegroeid.
Terug in 2009 wisten experts al dat belanghebbenden persoonlijke informatie van onbewuste gebruikers konden verzamelen. Ondoorzichtig privacybeleid en complexe overeenkomsten voor het delen van gegevens stelden bedrijven in staat om de wetgeving inzake gegevensbescherming te omzeilen en verzamelde gegevens te gebruiken voor niet-aangegeven doeleinden.
[the_ad id = "11018 ″]Vanwege de enorme en gedetailleerde informatie die wordt verzameld door IoT-apparaten (Internet of Things), kunnen slimme stadsprojecten tot soortgelijke zorgen leiden. Neem bijvoorbeeld het Cityware-project, dat de mogelijkheid demonstreerde om niet alleen digitale maar ook fysieke ontmoetingen tussen Facebook-vrienden in kaart te brengen. Cityware was in staat om de beweging en interactie van 30,000-mensen te volgen met behulp van hun Facebook-profielen en smartphone Bluetooth-signalen.